De pion (1)
De pion is een raar schaakstuk.
Een pion kan in een beurt maar één stapje lopen. Hij mag alleen recht vooruit.
Maar een pion kan geen stuk slaan dat recht voor hem staat. Pionnen mogen alleen schuin slaan!
Bekijk het bord. Het zwarte paard staat schuin voor de pion. De pion kan dit paard dus slaan.
Slaan hoeft niet. Dat mag je bij schaken zelf weten.
De pion kan dus ook gewoon een stapje naar voren doen.
Bij het begin van het spel staan alle pionnen naast elkaar op de tweede rij.
Vanaf deze plek mag een pion één of twee velden (vakjes) naar voren.
Dat mag nergens anders op het bord.
Als het een pion lukt om het hele bord over te steken, gebeurt er iets bijzonders.
Je mag je pion dan omruilen voor een ander stuk. Je mag kiezen uit een dame, een toren, een loper of een paard.
Dit omruilen heet promoveren. Promoveren is een moeilijk woord. Het betekent dat iets meer waard wordt.
Wat moet je doen?
Loop met je pion naar de overkant en ruil het om voor een ander stuk.
Pak met het nieuwe stuk eerst alle munten.
Ga dan naar de vlag.